Communicatie:

ZBMO


 
 
 

Hoe elk verhaal begint met Z, B, M en O

Als journalist ben je een communicator. Jouw stukken, videofragmenten of audiocontent zijn gemaakt voor andere mensen. Je leerde dus wellicht al eerder dat jij een Zender bent die Boodschappen verstuurt via een Medium naar een Ontvanger; en dat je tekens gebruikt om de boodschap te coderen naar dat medium, zodat de ontvanger die kan decoderen. Je weet misschien ook dat die communicatie nooit 100% verloopt zoals jij voorziet, omdat er letterlijk overal (zowel binnen als buiten de communicatie) ruis ontstaat. En dat de rollen voortdurend omkeren in een proces dat we feedback noemen.

Maar wat je misschien nog niet wist, is dat je zonet het (wiskundig) ZBMO-model van Claude Shannon (en Warren Weaver) hebt overlopen. Proficiat! In het schema hieronder bekijken we hoe elk element van dat schema het succes van je communicatie bepaalt.


ZBMO en lay-out

Nadat het model nuttig bleek om telefoontechnologie te verbeteren, kreeg het ook bredere toepassingen binnen de Communicatiewetenschappen. Claude Shannon was weliswaar een wiskundige (en Warren Weaver een industrieel ingenieur met een achtergrond in de elektromechanica) maar toch is het model van Shannon (& Weaver) ook vandaag nog de bekendste en vaakst geciteerde communicatietheorie.

Wij gebruiken ze om je visuele communicatie te verbeteren. Het sleutelwoord daarbij is RUIS.


  1. Wat is ruis eigenlijk?

Ruis is een verzamelnaam voor alles wat de communicatie bemoeilijkt. Het is onvermijdelijk, en speelt zich in alle lagen van de communicatie af. Als de ruis zich afspeelt tussen de zender, het medium en de ontvanger noemen we die interne ruis. En als de ruis van buiten de communicatie komt spreken we over externe ruis. Tot slot is er nog ineffectiviteit wanneer de communicatie z’n doel mist.



Interne ruis ontstaat binnen de communicatie (zender, ontvanger, code en medium). Dit kan kan lichamelijk zijn (visuele beperkingen, hoofdpijn, …) of psychologisch (emoties, gedachten, maar ook stoornissen, …) of semantisch: zender en ontvanger interpreteren de gebruikte tekens anders. Als die een andere culturele achtergrond hebben, bv. vergroot de kans op semantische ruis.


Externe ruis komt van buiten de communicatie, en mengt zich ongevraagd in het proces. Denk aan lawaai (bekende voorbeelden zijn een drilboor op een nabijgelegen bouwwerf, of een huilende baby in de zaal). Visueel kan dit bijvoorbeeld reclame naast je artikel zijn, of een vlek op je papier, of een β€˜photo bomber’ die ongevraagd in je foto opduikt, een witrandje dat niet goed werd afgesneden, enz.

 

Comment